9.3.3.3 Evidence-based impact op macroniveau

De claim dat de creatieve industrie bovengemiddelde economische groei vertoont, op landelijke niveau bijdraagt aan innovatie en van belang is als exportproduct, vraagt om monitoring. De sector kenmerkt zich door een uitzonderlijk sterk aantal zelfstandig werkende professionals die samen de creatieve netwerkeconomie vormgeven, waartoe ook mkb en middelgroot bedrijfsleven behoren. Ook is vastgesteld dat de arbeidsproductiviteit in de creatieve industrie doorgaans lager is dan in veel andere sectoren omdat de sector over de gehele linie arbeidsintensief en minder schaalbaar is. Specifieke voorbeelden laten zien dat de creatieve industrie ook bedrijfstakken kent waarin dat niet het geval is, bijvoorbeeld het in Nederland sterk ontwikkelde digitaal ontwerp.

Ook is het van belang oog te hebben voor de manier waarop creatieve professionals, die deels ook buiten de creatieve industrie werkzaam zijn, verantwoordelijk zijn voor het genereren van economische, maatschappelijke en culturele waarde. We spreken hier ook wel van embedded creativity. Er is nog geen goed beeld, dus ook slechts mondjesmaat empirisch bewijs dat creatieve professionals in dienst van ‘reguliere’ bedrijven en instellingen buiten de creatieve industrie van waarde zijn, onder meer door te zorgen voor het delen van kennis uit het creatieve domein naar andere domeinen.

Dat laatste is van belang voor de hefboomwerking van de creatieve industrie voor andere sectoren van de samenleving, die behalve via cross-overs zijn beslag krijgt via embedded creatives. Ook op dit vlak geldt dat er op macroniveau behoefte is aan bewijslast. Op welke wijze kan onderbouwd worden dat een sterke creatieve industrie in Nederland effectief bijdraagt aan innovatie in de economie en samenleving en, in het bijzonder, kunnen we de positieve bijdrage van de creatieve industrie aan maatschappelijke transformaties onderzoeken en bewijzen? De ambitie van het eerste Topteam Creatieve Industrie was Nederland te doen uitgroeien tot de meest creatieve economie van Europa. Het huidige topteam heeft als missie om de veerkracht van de creatieve industrie te versterken. Om die ambitie te onderzoeken en op waarde te schatten is onderzoek naar waardecreatie op Europese schaal van belang.

Onderzoeksvragen bij evidence-based impact op macroniveau

  1. Wat is de actuele ontwikkeling van de creatieve industrie als sector en de verschillende deelsectoren daarbinnen in de context van de Nederlandse samenleving? Welk ontwikkelpad laat de sector zien? Is de stelling dat de sector bovengemiddeld groeit, innovatief is en een sterke exportpositie kent nog altijd geldig? Hoe verschilt de prestatie van de creatieve industrie van andere sectoren van de Nederlandse economie? Hoe presteert de Nederlandse creatieve industrie vergeleken met die in andere Europese landen?

  2. Op welke wijze onderscheiden de verhoudingen en processen binnen de creatieve industrie zich van andere (top)sectoren, bijvoorbeeld in termen van omvang van bedrijvigheid, arbeidsproductiviteit en schaalbaarheid? Is er daarbij sprake van een gedifferentieerde ontwikkeling binnen de creatieve industrie, tussen creatieve dienstverlening, media- en entertainment en kunsten en cultureel erfgoed?

  3. Op welke wijze kan onderbouwd worden dat een sterke creatieve industrie in Nederland effectief bijdraagt aan innovatie in de economie en samenleving en, in het bijzonder, kunnen we de positieve bijdrage van de creatieve industrie aan maatschappelijke transformaties en missies onderzoeken en bewijzen?

  4. Wat is in dat kader de waarde en betekenis van embedded creativity voor de propositie van de creatieve industrie als (top)sector? Wat is het belang van creatieve professionals ten opzichte van creatieve bedrijven? Waar liggen de belangrijkste ontwikkelpunten en kansen, in het bijzonder wat betreft de mogelijke creatieve hefboom, van de waarde van creativiteit voor ontwikkeling en innovatie in economie en samenleving?

Last updated