Het denken in termen van het grotere geheel, het systeem, en de aanpak vanuit dit zogenaamde systeemperspectief, biedt een interessant alternatief voor het centraal stellen van slechts een van de elementen van het systeem zoals het individu, de burger of het overheidsloket. Meer specifiek gaat het in deze benadering om het perspectief vanuit de wetenschappelijke discipline Complexe Systeemtheorie en het theoretisch kader aangereikt door de discipline Transitiemanagement. Transities worden op systeemniveau gekenmerkt door fases. Het zijn geen revoluties of plotselinge verschuivingen, maar langdurige processen van veelzijdige transformatie. Het begin- en eindpunt van een transitie bevinden zich aan het begin en eind van een s-curve. De echte transitie ligt daartussen en omvat de fases ‘loslaten van het oude’, ‘onzekerheid over het nieuwe’ en ‘creatie’; zowel die fases als de faseovergangen kunnen worden beïnvloed: