KIA 2020-2023
Versie januari 2020Eerdere versiesGa naar CLICKNL
  • Voorwoord
  • Samenvatting
  • Inleiding
  • Deel 1 - De creatieve industrie: kennis en kunde
    • 1. Innovatieve en inclusieve samenleving
    • 2. Mens, maatschappij en betekenisgeving
      • 2.1 Meerwaarde door ontwerpen: kenmerkende aanpak
      • 2.2 Valorisatie en marktcreatie
    • 3. Karakter en kennisbasis van de creatieve industrie
      • 3.1 Disciplines in de creatieve industrie
      • 3.2 Key Enabling Methodologies
      • 3.3 Kennisdomeinen
      • 3.4 Onderzoek in de creatieve industrie
  • Deel 2 - De creatieve industrie en missies
    • 4. Aanpakken van maatschappelijke uitdagingen
      • 4.1 Methoden voor de aanpak van maatschappelijke uitdagingen
        • 4.1.1 Acht KEM-categorieën
      • 4.2 Vier missiethema’s
        • 4.2.1 Energietransitie en duurzaamheid
        • 4.2.2 Landbouw, water en voedsel
        • 4.2.3 Gezondheid en zorg
        • 4.2.4 Veiligheid
      • 4.3 Maatschappelijk Verdienvermogen
    • 5. Kennisontwikkeling voor langetermijnoplossingen
  • DEEL 3 - ROADMAPS NAAR KENNIS VOOR DE TOEKOMST
    • 6. Aanleiding voor behoefte aan kennisontwikkeling
      • 6.1 Drie roadmaps
      • 6.2 Totstandkoming van de roadmaps
    • 7. Roadmap Design for Change
      • 7.1 Inleiding
      • 7.2 Uitdaging
      • 7.3 Probleemgebieden Design for Change
        • 7.3.1 Enabling Transitions
          • 7.3.1.1 Systemisch denken en doen
          • 7.3.1.2 Communicatie en draagvlak
          • 7.3.1.3 Monitoring en terugkoppeling
          • 7.3.1.4 Reducing Resistance
          • 7.3.1.5 Iteratieve verandering / permanent beta
        • 7.3.2 Enabling Behavioural Change
          • 7.3.2.1 Gedragsverandering van de mens
          • 7.3.2.2 Modelleren om systeemgedrag te voorspellen
          • 7.3.2.3 Interdisciplinaire samenwerkingen en procesmanagement
        • 7.3.3 Enabling Adaptation
          • 7.3.3.1 Slimme mens – slimme systeemrelaties
          • 7.3.3.2 Systeem-feedback
          • 7.3.3.3 Instrumentatie
          • 7.3.3.4 Ontwerpen van adaptieve systemen
        • 7.4 Referenties
    • 8. Roadmap The Humane Touch
      • 8.1 Inleiding
      • 8.2 Uitdaging
      • 8.3 Probleemgebieden The Humane Touch
        • 8.3.1 De grens van de mens
        • 8.3.2 De data-mens
        • 8.3.3 De betekenisgevende mens
        • 8.3.4 De daadkrachtige mens
    • 9. Roadmap Value Creation
      • 9.1 Inleiding
      • 9.2 Uitdaging
        • 9.2.1 Microniveau
        • 9.2.2 Mesoniveau
        • 9.2.3 Macroniveau
      • 9.3 Probleemgebieden Value Creation
        • 9.3.1 Nieuwe ontwerpcompetenties
          • 9.3.1.1 Nieuwe ontwerpcompetenties op microniveau
          • 9.3.1.2 Nieuwe ontwerpcompetenties op mesoniveau
          • 9.3.1.3 Nieuwe ontwerpcompetenties op macroniveau
        • 9.3.2 Businessmodellen
          • 9.3.2.1 Businessmodellen op microniveau
          • 9.3.2.2 Businessmodellen op mesoniveau
          • 9.3.2.3 Businessmodellen op macroniveau
        • 9.3.3 Evidence-based impact
          • 9.3.3.1 Evidence-based impact op microniveau
          • 9.3.3.2 Evidence-based impact op mesoniveau
          • 9.3.3.3 Evidence-based impact op macroniveau
        • 9.3.4 Art and Exploration
  • Deel 4 - Cases
    • 10. Cases
  • Notities
    • Colofon
    • Release notes
Powered by GitBook
On this page

Was this helpful?

Export as PDF
  1. DEEL 3 - ROADMAPS NAAR KENNIS VOOR DE TOEKOMST
  2. 9. Roadmap Value Creation
  3. 9.3 Probleemgebieden Value Creation
  4. 9.3.3 Evidence-based impact

9.3.3.1 Evidence-based impact op microniveau

Previous9.3.3 Evidence-based impactNext9.3.3.2 Evidence-based impact op mesoniveau

Last updated 5 years ago

Was this helpful?

Creatieve bedrijven en individuele professionals hebben behoefte aan bewijsvoering over de waarde die ze toevoegen voor hun klanten. Wanneer zij in hun relatie met opdrachtgevers kunnen aantonen dat door hun bijdrage of interventie de gewenste impact is gerealiseerd, hebben ze daar direct profijt van.

Allereerst gaat het daarbij om het aantonen van de effectiviteit van een ontwerp interventie voor de beoogde doelen, vaak gericht op het veranderen van menselijk gedrag of op meer abstracte doelen als positieve milieueffecten. Dat versterkt de reputatie en concurrentiepositie van creatieve bedrijven en professionals. Daarnaast geeft een mogelijk bewijs van het resultaat inzicht in de vraag welke specifieke gehanteerde KEM's in het bijzonder effectief zijn in welke situaties en voor welk soort opgaven. Dat schept een basis voor meer effectiviteit. Ten derde onderbouwt een mogelijk bewijs een claim op gegenereerde economische waarde, wanneer die uitgedrukt kan wordt in omzet- en winsttoename voor opdrachtgevers of in besparingen die gerealiseerd worden op basis van de creatieve inbreng. Op die wijze kan worden voorkomen dat waarde weglekt omdat die niet kan worden aangetoond. Niet aangetoonde waarde kan ook niet worden toegeëigend. Dat heeft onder meer te maken met attributie. Welk effect kan worden toegeschreven aan de creatieve input in het proces en welk is mogelijk het gevolg van externe factoren?

Naast de creatieve professional die vooral ontwerpdiensten levert aan klanten verdient hier ook de meer artistieke, creatieve professional de aandacht, die als kunstenaar haar brood tracht te verdienen. Het gaat bijvoorbeeld om uitvoerende en beeldende kunstenaars wier creatieve prestaties minder direct in impact meetbaar zijn, maar eerder invulling geven aan culturele missies van gezelschappen, podia en kunstinstellingen die daartoe mede in staat worden gesteld door lokale, provinciale of landelijke overheden. Het in over businessmodellen reeds genoemde onderzoek van de Raad voor Cultuur en de SER heeft laten zien dat de inkomenspositie van deze kunstenaars veel te wensen overlaat. Als antwoord hierop is onder meer de Fair Practice Code ontwikkeld. Deze kwestie is vergelijkbaar met die van de ontwerpende creatieve professionals omdat er te weinig empirisch fundament bestaat voor de bepaling van de waarde van creatieve input.

Onderzoeksvragen bij evidence-based impact op microniveau

  1. Wat zijn mogelijke methoden om de effectiviteit en impact van inbreng van creatieve professionals in opdrachtsituaties vast te stellen en aan te tonen? Wat zijn de mogelijkheden van kwantitatieve meetmethoden en kwalitatieve procesbeschrijvingen en protocollen?

  2. Wat is het effect van evidence-based impact op de waardepropositie van creatieve professionals en bedrijven? Wordt die versterkt of verzwakt?

  3. Wat impliceert werken op basis van evidence-based impact voor creatieve professionals en bedrijven? Zijn professionals en bedrijven bereid en in staat om meer fact-based te werken? Zijn ze in staat om op basis van feedback die effectiviteit en impact van hun methoden te toetsen, aan te passen of zelfs te laten voor wat ze zijn?

  4. Hoe kan het attributieprobleem worden opgelost met behulp van methoden om impact en effectiviteit te meten?

  5. Op welke wijze kan de waarde worden bepaald van de bijdrage van uitvoerende en beeldende kunstenaars voor hun opdrachtgevers en afnemers als onderdeel van het bevorderen van een fair practice in de kunstwereld?

hoofdstuk 9.3.2