9.3.1.3 Nieuwe ontwerpcompetenties op macroniveau

Nieuwe waardecreërende ontwerpcompetenties op macroniveau betreffen met name de relatie tussen de creatieve professional en de maatschappij. In deze relatie zullen in toenemende mate van de creatieve professional de volgende competenties gevraagd worden:

  1. De competentie om mede vorm te geven aan en invloed uit te oefenen op veelomvattende maatschappelijke transities zoals culturele verandering, collectieve gedragsverandering (bijvoorbeeld via nudging door middel van systemen).

  2. De competentie om een leidende of faciliterende rol in complexe ecosystemen te spelen.

  3. De competentie om te duiden en te bewijzen hoe de creatieve industrie op lange termijn maatschappelijke waarde kan ontsluiten die niet direct te vertalen is in economische waarde op korte termijn. Als bijvoorbeeld meer mensen gezond eten zullen er minder obesitas gerelateerde zorgkosten zijn. Het heeft dan indirect wel invloed op de economische waarde.

In de huidige creatieve industrie zijn samenwerkingsverbanden van groot belang: bedrijven, brancheorganisaties, regionale innovatienetwerken en de lokale, regionale en nationale overheid zijn essentiële partijen om ervoor te zorgen dat de ontwikkelde kennis ook in de economische praktijk beklijft. De samenwerking tussen creatieve professionals en partijen buiten de creatieve industrie, waaronder kennisinstellingen, is cruciaal voor de optimale benutting van het potentieel van de creatieve industrie in de samenleving. Deze samenwerking behoeft verder onderzoek en ontwikkeling, vooral ook gezien de nieuwe manieren van werken in de creatieve industrie en daarbuiten.

In interactie met andere sectoren en domeinen is het van belang te weten hoe de verhouding is tussen de permanente focus op vernieuwing in producten en diensten en de competentie om de systematiek van werken en geld verdienen te vernieuwen. Dit gaat voor een groot deel over de ontwikkeling van ‘sustainable business models’, nieuwe rollen, en kennis en kunde, maar heeft ook een weerslag in de manier waarop het werk van creatieve bedrijven en/of de zelfstandige professional georganiseerd wordt.

Hogescholen en universiteiten zijn partners in het grotere netwerk van creatieve professionals. Hoe verhoudt kennis ontwikkeld in geformaliseerde R&D-programma’s zich tot de professionele en vaak operationele kennis en inzichten ontwikkeld op de werkvloer? Het belang van migratie van talent binnen de creatieve industrie en tussen de creatieve sector en andere domeinen, wordt binnen de economie gezien als een aanjager van innovatie. Het ontbreekt nog aan meer inzicht in dit soort processen en de vertakking van sectoren en bedrijfstakken onderling om te weten of innovatie binnen de creatieve industrie daarvan profiteert.

Onderzoeksvragen bij nieuwe ontwerpcompetenties op macroniveau

  1. Wat kunnen creatieve professionals met hun huidige competenties concreet bijdragen aan grote maatschappelijke transities (bijvoorbeeld het vermogen gewenste toekomsten te verbeelden en handelingsperspectief met draagvlak te ontwikkelen)? En wat vragen deze grote maatschappelijke transities aan nieuwe competenties (zie ook roadmap Design for Change). Zijn deze competenties direct aan waarde te relateren en zo ja, hoe?

  2. Welke te ontwikkelen competenties van creatieve professionals stellen hen expliciet in staat om goed samen te werken met diverse stakeholders in complexe ecosystemen en zelfs om als smeermiddel in deze ecosystemen op te treden? Welke competenties moeten verder ontwikkeld worden om deze vorm van waarde te ontsluiten? Hoe is deze waarde meetbaar en bewijsbaar (zie Evidence-based impact in hoofdstuk 9.3.3)

  3. Welke competenties en tools heeft de creatieve industrie nodig om overtuigender te communiceren over maatschappelijke waarde van haar bijdrage aan transities op lange termijn? Naar wat voor bewijslast is de ‘vraagzijde’ precies op zoek? Gaat het om fact-based evidence of om kwalitatief bewijs?

Last updated